/ Over ons / Geschiedenis

Geschiedenis

Metaalhandel Ketting al sinds 1957 uw partner voor het inleveren van metalen
Wolter Ketting oprichter van Metaalhandel Ketting

Het is 3 oktober 1959 als Wolter Ketting zijn metaalhandel officieel laat inschrijven in het handelsregister. 'Bedrijf: Opkopen van ijzer en metalen' staat er vermeld. Jongste zoon Aart vertelt dat alles in feite begonnen is met de wederopbouw van Rotterdam.

Rondom Pernis op braakliggende terreinen langs de Maas, werd puin gestort. Veelal de koppen van heipalen. De bevolking zag wel brood in deze resten met gewapend beton en velen begonnen met een voorhamer het ijzer eruit te hakken. Zo verdiende men er een zakcentje bij. Aart: "Mijn vader kreeg het idee het ijzer op te kopen voor dezelfde prijs als opkopers elders betaalden'. Door een grotere hoeveelheid aan te bieden, hoopte hij het weer tegen een betere prijs te verkopen. En zo werd hij bekend als de 'Opkoper van Pernis'."

Het werd een drukke bedoening aan de Uiterdijk 45. Al het ijzer, en later ook de andere metalen, worden door Wolter en zijn gezin naar beneden gesleept naar het kleine achtertuintje achter de dijk. Het duurdere koper ging de kelder in. Alles werd nauwkeurig schoongemaakt en gesorteerd. "Overal lag het hartstikke vol", wist oma Ketting zich nog goed te herinneren.

Wolters vrouw Wil hielp ook keihard mee. Zij bediende onder meer de handknipschaar. Stukken van 40cm brachten het meest op. Aart: "In het rapport aan de belastingdienst krabbelde de toenmalige boekhouder in de kantlijn over mijn moeder: "werkt mee als een kerel". Hij claimde ook voor haar belastingaftrek omdat ze volledig meewerkte in het bedrijf. In die tijd was dat niet gebruikelijk."

Geld van de bakker

Kredietverstrekking was ook al in de 50'er jaren een probleem. "Om ijzer in te kopen, moesten we geld hebben en dat was er vaak niet. Gelukkig hielp bakker Bouwman ons hiermee. Een vorm van echte dorpse behulpzaamheid! Geregeld vroegen we honderd gulden te leen dat weer werd terugbetaald als wij het materiaal hadden afgeleverd. De afbetaling gebeurde deels ook in natura, want we brachten eieren van de kippen die we achter het huis hadden lopen".

Kistje sigaren

Voor de opslag van al dat ijzer werd een locatie aan de Molenweg gevonden, pal achter de toenmalige molen. Dit terrein werd van een aannemer gehuurd voor één kistje sigaren per jaar. Aart: "In die tijd hebben we ook de eerste elektrische schrootschaar aangeschaft, op 380 Volt. Stroom hadden we niet, maar dat kwam bij de smid vandaan aan de overkant van de straat."

Eind jaren '60 verhuisde de ijzeropslag naar een nieuwe locatie op het kolenterrein van de firma Kouwenhoven aan de achterkant aan de Molenweg. Er volgden jaren waarin het bedrijf gestaag groeide: de naamsbekendheid nam toe en er kwamen meer klanten. Vanwege plannen voor sociale woningbouw moest het terrein in 1979 worden verlaten. Overigens is de bouw daar pas 20 jaar later daadwerkelijk van start gegaan.

Voortgaande groei

De metaalhandel bleef groeien, vooral door meer handel in aluminium en RVS en door het toenemende aanbod van havencontainers die gesloopt moesten worden. Aart: "We groeiden uit onze jas. Gelukkig konden we in die jaren omliggende delen rond het oorspronkelijke terrein erbij betrekken." Ook de laatste jaren is het hard gegaan. De omzet die in 2003/2004 nog geen 10.000 ton per jaar bedroeg, ligt nu tussen de 30 en 40.000 ton. Het personeelsbestand is flink gegroeid en er is fors geïnvesteerd in nieuw materiaal. Willeke Ketting, de dochter van Jan Ketting en kleindochter van Wolter Ketting, kwam de staf versterken in 2006. Zij is de derde generatie in het bedrijf en sinds 2018 de directeur. Zij is tevens voorzitter van de Metaalrecycling Federatie.